Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [45]Zijn zij beschaamd, omdat zij gruwel bedreven hebben? Ja, [46]zij schamen zich in het minste niet, weten ook niet van schaamrood te maken; daarom zullen zij vallen onder de vallenden, ten tijde als Ik hen bezoeken zal, zullen zij struikelen, zegt de HEERE. 45. Anders: hebben zij, [de profeten en priesters] [mijn volk] beschaamd, wanneer zij gruwel bedreven? 46. Profeten en priesters schamen zichzelven niet en beschamen de boosdoeners niet, zodat er bij niemand enige schaamte gevonden wordt. Hebreeuws, schamende schamen zij zich niet.